Gelatineblaadjes in ruim koud water ca. 5 min weken. Korstjes dun van kaas snijden. In pannetje 100 ml slagroom met kaas verwarmen tot kaas smelt. Gelatine goed uitknijpen en van vuur af al roerend oplossen in warme kaassaus. Saus laten afkoelen tot kamertemperatuur. In kom rest van slagroom stijfkloppen. Kaassaus erdoor spatelen. Op smaak brengen met zout en versgemalen peper. Timbaaltjes invetten met wat boter. Kaasmousse in timbaaltjes scheppen en in koelkast in ca. 1 uur laten opstijven.
Karamelsaus
Met zesteur mooie sliertjes van de gewassen sinaasappels trekken. In steelpan 200 ml water met sinaasappelsliertjes ca. 5 min zachtjes koken. Sliertjes in zeef goed laten uitlekken en apart zetten voor garnering. Eén sinaasappel uitpersen (rest wordt niet gebruikt). In pan met dikke bodem boter en suiker al roerend smelten tot suiker lichtbruin kleurt. Van vuur af sinaasappelsap en port toevoegen. Op zacht vuur hard geworden karamel al roerend opnieuw oplossen. Geheel op matig hoog vuur tot stroperige saus inkoken. Laten afkoelen tot lauwwarm.
Garnering
Druiven wassen en halveren
Serveren
Zet ronde bordjes klaar. Timbaaltjes één voor één enkele seconden met onderkant in heet water dopen. Rand van mousse losmaken. Bordje op timbaaltje leggen, samen keren en camembertmousse op bordje laten glijden. Portsaus erover en erlangs scheppen. Sinaasappelsliertjes op mousse draperen. Beetje peper erboven malen. Druiven rond mousse leggen.